Zorgcontinuüm

Het zorgcontinuüm is een opeenvolging van fasen, waarbij je leerlingen de ondersteuning biedt die ze nodig hebben en samen een kwaliteitsvolle zorg uitbouwt op maat van alle leerlingen.
Wanneer we inzoomen op het zorgcontinuüm dan kunnen we zeggen dat dit nauw aansluit bij onze kwaliteitsverwachting R4: 'De school stimuleert de studievoortgang van elke lerende.' Hieronder bespreken we hoe de verschillende fases van het zorgcontinuüm bijdragen aan het stimuleren van de studievoortgang.
- Fase 0: Brede basiszorg: Alles wat je als leerkracht doet past in brede basiszorg (feedback, differentiatie...). Door proactief in te spelen op verschillen en obstakels in een vroeg stadium weg te nemen, ondersteunt de school leerlingen in het behalen van hun leerdoelen.
- Fase 1: Verhoogde zorg: Wanneer een leerling ondanks de brede basiszorg extra ondersteuning nodig heeft, wordt verhoogde zorg ingezet. Dit kan bestaan uit Redicodis-maatregelen (Remediëren, differentiëren, compenseren, dispenseren) en is steeds in overleg met het CLB. In deze fase toont de school haar betrokkenheid bij het stimuleren van de studievoortgang door gericht in te spelen op individuele noden.
- Fase 2: Uitbreiding van zorg: Als de noden van een leerling niet opgelost kunnen worden binnen de mogelijkheden van de school, wordt samengewerkt met externe partners zoals het CLB en wordt een handelingsgerichte diagnostiek opgesteld. De studievoortgang van een leerling kan complexe zorgvragen vereisen. De school blijft hierin een centrale rol spelen door begeleiding te coördineren en ervoor te zorgen dat de leerling ondanks uitdagingen kan blijven groeien
- Fase 3: IAC: Wanneer de reguliere leerdoelen niet haalbaar zijn, kan een leerling overstappen naar een individueel aangepast curriculum. Door een IAC aan te bieden, bewijst de school haar inzet om de studievoortgang van élke leerling te stimuleren, zelfs wanneer een standaardtraject niet mogelijk is. Dit laat zien dat de school zich inzet om onderwijs voor iedereen mogelijk te maken.